De KNKB demonstreerde woensdagavond op it Sjûkelân een nieuw soort kaatswant. Het gaat om de want die in opdracht van de KNKB is ontwikkeld door oud-topkaatser Cornelis Terpstra uit Bitgummole. De nieuwe want is gemaakt van kunststof en bestaat uit maar één laag.
De eerste indrukken waren overwegend positief. Pupillen deden eerst wat seriewerk met het nieuwe materiaal en speelden daarna nog een trainingswedstrijd. Het seriewerk liet zien, dat de want wat slagtechniek en slagkracht betreft niet of amper verschilt van de huidige lederen kaatswant. De trainingswedstrijd leverde minder input op. Veel opslagballen belandden buiten het perk, zodat er tijdens het tweede deel van de demonstratie veel minder met de want geslagen werd.

“Mei de want fan no kin manipuleard wurde”
Bouwe Stiemsma, lid van het hoofdbestuur, benadrukte het belang van deze innovatie. Omdat de nieuwe want uit maar één laag bestaat, is die beter controleerbaar èn meetbaar dan de exemplaren waarmee nu gekaatst wordt. Bovendien bestaat de want uit meerdere lagen: leer, lijm en nap. De kwaliteit van het gebruikte leer en de sterkte van de gebruikte lijm (in het reglement staat immers niet omschreven welke lijmsoort gebruikt mag worden) geven de maker de mogelijkheid om per want de slagkracht te variëren. Stiemsma bevestigt dat: “Der kin mei manipuleard wurde. Dizze nije want is duorsumer en earliker.”
Bovendien is het een publiek geheim dat de wanten, tegen de regels in, geperst worden of in een badje met chemicaliën worden ondergedompeld. Daardoor nemen de hardheid en de slagkracht toe, maar voor leden van de wantencommissie zijn al deze zaken nu niet of nauwelijks te controleren omdat zij niet over de juiste middelen beschikken. Ook is het voor hen oncontroleerbaar met welke lijmsoort de nap is vastgezet. Dat kan de maker, enigszins gechargeerd, met Velpon doen maar ook met het veel hardere epoxy. Blijft over het gewicht. Dat wordt wel gecontroleerd, maar zegt niets over de slagkracht.

Met de kunststofwant zijn al deze foefjes niet mogelijk. “Ja, kinst him wol yn in badsje smite, mar dan bart der neat mei,” zegt maker Cornelis Terpstra. Sommige aanwezigen vonden het kunststof aan de harde kant, maar dat is een kwestie van aanpassen. Het materiaal gaat in een mal en met de juiste instellingen komt daar steeds een identieke want uit. Dat is belangrijk volgens Stiemsma, want “daarmee kunnen we een gelijk speelveld creëren”.
“It soe wolris sa wêze kinne, dat de want wat minder sterk wurde moat”
Cornelis Terpstra benadrukt, dat het niet de bedoeling is om met de nieuwe want verder te kunnen slaan: “Dat is net it idee. Je hawwe ferskillende belangen yn de keatssport. Ik tink dat as je de keatser freegje, dan wolle dy oer it generaal in baltsje hiel fier fuortslaan. As keatser begryp ik ek wol, dat dat in hiel fijn gefoel is. Oan de oare kant… As je sjogge nei it belang fan de keatssport yn it algemien, dan soe it wolris sa wêze kinne dat de want wat minder sterk wurde moat.”

Niet alleen de pupillen kaatsten al met de want. PC-koning Tjisse Steenstra trainde er ook al mee en zijn bevindingen zijn overwegend positief. Steenstra: “Der sit in kûm yn en as je de bal dêr reitsje, fljocht er fuort. En as je jim earne oars reitsje, dan giet er kwea of komt er net safier.” Daarin zit dus geen verschil met oude want? “Net echt,” vindt Steenstra. “It grutte ferskil is dat aanst eltse keatser oer itselde materiaal mei deselde eigenskippen beskikke kin.”

KNKB-directeur Dirk Jan der Woud spreekt zich uit over het gewenste spelbeeld: “Itselde as no. It moat net sa wêze dat je mei de nije want ynienen tsien meter fierder slaan kinne, mar ek net tsien meter minder fier.” De KNKB ziet dit jaar als een testjaar. Volgend seizoen start een pilot met de nieuwe want in de pupillencategorie. Stiemsma: “En de stip op de hoarizon is dat we dat letter yn oare kategorieën trochsette, oant úteinlik op it heechste nivo.”
(kaatsnieuws.com)