De KNKB heeft op een rijtje gezet hoe poulewedstrijden bij vrije formatiewedstrijden in het dameskaatsen in de ranking worden verwerkt. Daarover was na de wedstrijd in Easterlittens verwarring ontstaan. De kaatsvereniging Easterlittens besloot namelijk om naast de hoofdklasse ook de eerste klass in een poulesysteem te laten kaatsen, met een afwijkend aantal parturen. Dat scenario was door de bond niet doorgerekend. Daar is nu een oplossing voor gevonden.
Vrije formatiewedstrijden in een poulesysteem:
- Met zes parturen in de hoofdklasse zijn er twee poules van drie. De poulewinnaars kaatsen een finale. De winnaar van de eerste prijs krijgt 160 punten (per kaatsster). De verliezend finalist ontvangt 120 punten. De nummers twee in beide poules krijgen 80 punten, de nummers laatst 40.
- Op de eerste klasse wordt bij voldoende aanmelding (acht parturen of meer) een reguliere wedstrijd verkaatst, waarbij punten op basis van het huidige rankingsysteem worden verdeeld.
- Kaatsen er zes parturen op de eerste klasse, dan ontstaan er twee poules van drie. De poulewinnaars kaatsen een finale. De winaar van die finale krijgt 110,1 punten (per kaatsster), de verliezend finalist 90,1 punten. De nummers twee in beide poules ontvangen 70,1 punten, de nummers laatst 30,1 punten.
- Kaatsen er vijf parturen op de eerste klasse? Dan wordt er in één poule gekaatst. Het partuur met de meeste punten wint de eerste prijs en krijgt 110,1 punten. De nummer tee krijgt 90,1 punten, de nummer drie 70, 1 punten, de nummer vier 50,1 punten en de nummer laatst 30,1 punten.
Het huidige geautomatiseerde systeem kan deze wijziging nog niet aan. De ranking wordt daarom in voorkomende gevallen handmatig opgesteld en gepubliceerd.
(KNKB / kaatsnieuws.com / foto: Henk Hempenius)